Het Belang Van Stikstof Voor Wietplanten
Stikstof is een van de drie primaire voedingsstoffen die alle planten, waaronder wietplanten, nodig hebben om te groeien. Als je wietplanten te weinig of te veel van dit belangrijke element krijgen, kunnen en zullen er ernstige groeiproblemen optreden. In dit artikel gaan we dieper in op de rol die stikstof speelt bij het telen van wiet.
Wat is stikstof?
Stikstof is het element dat het meeste voorkomt in de atmosfeer. Het is bovendien overvloedig aanwezig in de grond en het water. Voor alle levende wezens is stikstof van vitaal belang. Ook bij de groei van planten speelt het een belangrijke rol, omdat het nodig is voor de productie van chlorofyl. Dit is het plantenpigment dat onmisbaar is voor de fotosynthese.
Stikstof (N) is een "primaire" macronutriënt voor wietplanten. De planten hebben het namelijk hun hele leven in overvloedige hoeveelheden nodig. Vooral tijdens de groeifase is dit het geval. Naast stikstof zijn fosfor (P) en kalium (K) twee andere primaire macronutriënten die onmisbaar zijn voor de plant. Stikstof is ook een mobiele voedingsstof. Dat betekent dat een wietplant het van oudere bladeren naar nieuwe groei kan verplaatsen als er ergens een tekort is. Dit is ook de reden waarom een stikstoftekort vaak als eerste te herkennen is aan oudere bladeren aan de onderkant.
Goede aarde voor wietplanten bevat altijd voldoende stikstof. Soms is het echter aanwezig in een vorm die niet direct beschikbaar is voor je planten. In dat geval is het belangrijk om te zorgen voor een gezond aantal microben in de aarde, die het kunnen afbreken.
Stikstoffixatie
Voordat planten stikstof kunnen opnemen, moet natuurlijke stikstof in haar moleculaire vorm eerst een proces ondergaan dat men stikstoffixatie noemt. Hierbij wordt moleculaire stikstof (N2), wat van nature voorkomt, omgezet in een vorm die voor planten beschikbaar is.
Eerst komt stikstof uit de atmosfeer door regen in de aarde en water terecht. Micro-organismen in de grond zetten het vervolgens om in ammoniak, nitrieten en nitraten. Deze stoffen kan een plant opnemen. Er zijn ook andere manieren voor "fixatie". Denk aan bliksem in de atmosfeer. Ook kan het een proces zijn dat door de mens op gang is gebracht. Denk hierbij aan de productie van stikstofrijke meststoffen.
Tip: De beschikbaarheid van stikstof is afhankelijk van de pH-waarde van de aarde, het water en de voedingsoplossing. In grond is stikstof niet beschikbaar voor planten bij een pH onder de 5,5. Bij kweek in een hydrocultuur of kokosvezel kunnen wietplanten het opnemen bij een pH-waarde tussen de 2 en 7.
Waarom hebben wietplanten stikstof nodig?
Wietplanten hebben gedurende hun hele levenscyclus stikstof nodig, maar dit is vooral tijdens de vegetatieve fase het geval. Dit is ook de reden waarom voedingsstoffen voor dit stadium vaak meer stikstof bevatten dan voeding voor de bloeifase. Planten hebben het nodig om chlorofyl, eiwitten, aminozuren en andere belangrijke biologische verbindingen aan te maken. Je wietplant vereist het met name voor de aanmaak van stengels, bladeren en takken. Als er onvoldoende stikstof beschikbaar is, ontstaan er groeiproblemen. Uiteindelijk zullen je planten hierdoor afsterven.
Functies van stikstof
We hebben de meeste functies van stikstof al tot op zekere hoogte besproken, maar samengevat komt het neer op het volgende:
- Essentieel voor de vegetatieve fase. Het is echter ook nodig tijdens de bloeifase, zij het in kleinere hoeveelheden.
- Essentieel voor de fotosynthese (productie van chlorofyl).
- Verhoogt de weerstand van planten tegen ziekten en plagen.
- Verhoogt de vorstbestendigheid.
Behoeften tijdens de vroegste fase
Wietplanten hebben in de eerste 2-3 weken nog geen voedingsstoffen nodig. Het is beter voor de groei van de wortels en de algehele plantengezondheid als je niet te vroeg begint met het geven van voeding. Geef je planten pas voedingsstoffen als ze een hoogte van 15-20cm hebben bereikt. Als je ze voor het eerst voeding geeft, kun je ze het beste 25-50% van de aanbevolen hoeveelheid geven.
Behoeften tijdens de vegetatieve fase
Zo rond week 4 komen je wietplanten in de vegetatieve fase. Vanaf dan hebben ze veel stikstof en andere essentiële voedingsstoffen nodig. Houd je aan de aanbevolen voedingsschema's en -doseringen wanneer je je wietplanten in deze fase cannabisvoeding geeft. Weet wel dat de behoefte aan voedingsstoffen per wietsoort kan verschillen. Dit hangt bijvoorbeeld af van de grootte van je planten en hoe snel en krachtig ze groeien. Een kleine autoflowering wietsoort heeft bijvoorbeeld minder stikstof nodig dan een grote, weelderig groeiende gefeminiseerde plant. Houd er ook rekening mee dat je gemakkelijk te veel kunt geven!
Behoeften tijdens de voorbloei
De voorbloei vindt plaats vlak voordat je wietplanten in bloei gaan. Gedurende 1-2 weken ondergaan je planten hierbij krachtige vegetatieve groei. Sommige wietplanten worden wel 2-3x groter dan hun oorspronkelijke formaat. Om deze krachtige groei mogelijk te maken, moet je je planten relatief veel voedingsstoffen geven. Ze hebben daarbij met name behoefte aan stikstof. De voedingsschema's van commerciële voedingsstoffen voor wietplanten houden hier meestal wel rekening mee. Voorkom dat je te vroeg overschakelt op voeding voor de bloeifase. De vegetatieve groei moet eerst volledig tot stilstand zijn gekomen.
Behoeften tijdens de bloei
Je wietplanten zijn officieel in de bloeifase wanneer de voorbloei is begonnen en de vegetatieve groei tot stilstand is gekomen. Vanaf dit moment ontwikkelen je planten niet veel "groen" meer. Ze richten zich in plaats daarvan op de ontwikkeling van toppen. De planten hebben nu minder stikstof nodig, maar willen wel meer fosfor en kalium. Ook hier houdt goede commerciële bloeivoeding rekening mee, als het goed is.
Tip: Voeding voor wietplanten is vaak in twee varianten verkrijgbaar: voeding voor de vegetatieve fase en voeding voor de bloeifase. Elke variant biedt de juiste verhouding voedingsstoffen voor je planten. Dit betekent dat de versie voor de groeifase rijk is aan stikstof (N) en die voor de bloeifase juist minder stikstof en meer fosfor (P) en kalium (K) bevat.
Stikstof in kunst- versus biologische mest
Voedingsstoffen voor wietplanten kun je op minerale (chemische) basis of biologische basis verkrijgen. Minerale nutriënten (hieronder vallen de meeste soorten voeding voor cannabisplanten in aarde) leveren stoffen rechtstreeks aan de planten en meestal in een vorm die gemakkelijk op te nemen is.
Bij een biologische meststof voed je niet zozeer de planten, maar creëer je een geschikte omgeving voor nuttige micro-organismen in de aarde. Deze voeden zich met organisch materiaal, zoals compost. Dit zetten ze vervolgens om in voedingsstoffen voor de planten. Commerciële (minerale) voeding bevat vaak stikstof in de vorm van ammonium of nitraat of beide. Als kweker heb je echter ook veel keuze qua biologische meststoffen.
Goede biologische bronnen van stikstof zijn onder andere:
- Mest, zoals kippenmest.
- Compost en ander organisch materiaal, zoals gemaaid gras of luzernekorrels.
- Koffiedik.
- Planten met peulvruchten als bonen en erwten in de buurt van je wietplanten. Peulvruchten zetten atmosferisch stikstofgas om in een biologisch beschikbare vorm. Dit maakt ze tot goede gezelschapsplanten voor je wietplanten.
Stikstoftekort
Een tekort aan stikstof is waarschijnlijk een van de meest voorkomende voedingstekorten bij het telen van wiet. Het komt vooral voor bij beginnende telers met sterke, snelgroeiende soorten die van nature veel stikstof nodig hebben voor de groei. Bekijk ons uitgebreide artikel over stikstoftekorten om te leren hoe je dit veelvoorkomende probleem herkent en aanpakt.
Stikstofvergiftiging
Een stikstofvergiftiging wordt veroorzaakt wanneer planten worden blootgesteld aan meer stikstof dan ze kunnen verwerken en gebruiken. Het is bij wietkwekers een van de meest voorkomende vormen van overvoeding, met name tijdens de overgang van groei naar bloei. Helaas kan een stikstofvergiftiging voor wietplanten desastreus zijn. Bekijk daarom onze speciale pagina over hoe je overvoeding met stikstof bij wietplanten voorkomt.
Stikstof is een van de belangrijkste voedingsstoffen die wietplanten nodig hebben om te overleven. Maar onthoud dat er een dunne lijn is tussen goed doorvoede planten en overvoeding. Voor telers is het de uitdaging om deze balans te vinden, maar hoe meer ervaring je hebt, hoe makkelijker het wordt.