Betelnoot: Alles Wat Je Weten Moet

Luke Sumpter

Cannabisjournalist En Gezondheidswetenschapper

Luke Sumpter

Bijgewerkt op: April 10, 2020

Wat is een Betelnoot?

Een betelnoot is de vrucht van de Areca Catechu Palmboom en een stimulerend zaadje die het uithoudingsvermogen vergroot. In heel Azië wordt het als dagelijks supplement gebruikt. De boom komt voor in Azië, de tropen rondom de Stille Oceaan en Oost-Afrika en gedacht wordt dat de boom haar oorsprong vindt in de Filippijnen, vanwaar ze via internationale teelt is verspreid.

Omdat de Betelnoot in heel Azië wordt gebruikt, zijn er ook vele namen. De meest voorkomende zijn: Areca noot, Indian noot, paan, pinang en bunga. De correcte naam is technisch gezien de Areca noot. De noot wordt alleen betelnoot genoemd omdat ze traditioneel gekauwd wordt met betelblad, die op geen enkele manier gerelateerd is aan de noot. De betel plant is een compleet andere rank, die behoort tot de Piperaceae familie.

De betelnoot heeft een rijke en verstrengelde gebruiksgeschiedenis, die wel duizenden jaren teruggaat. Het gebruik als dagelijks supplement wordt nu nog steeds gedaan en is nog steeds extreem populair in delen van Azië, met name India en Pakistan. Betelgebruikers kunnen worden geïdentificeerd aan hun rode tanden en het feit dat ze vaak op de grond spugen, omdat regelmatig gebruik ook de productie van speeksel verhoogt.

De effecten van de Betelnoot

Het belangrijkste effect van de betelnoot is stimulatie. Betelnoot bevat arecoline, het belangrijkste, actieve bestanddeel. Arecoline is een mild stimulerend middel, die het centrale zenuwstelsel stimuleert en de ademhaling doet versnellen. Als een gevolg hiervan, voelt de gebruiker zich meer energiek en alert, maar ook verbetert het geheugen functies. Anekdotische verslagen suggereren ook dat de betelnoot opbeurend werkt en euforie opwekt, wat waarschijnlijk een gevolg is van het stimulerende, verfrissende gevoel.

Geschiedenis van de betelnoot

De eerste, geschreven vermelding van het gebruik van de betelnoot dateert helemaal terug naar de eerste eeuw, waar Sanskrietgeschriften vermeldden dat het 13 hemelse kwaliteiten heeft. Hoewel de traditie van het kauwen van de betelnoot al duizenden jaren terug gaat, is niet bekend wanneer of waarom de noot en het blad werden gecombineerd, maar archeologisch bewijs laat zien dat dit al tenminste 4000 jaar zo wordt gedaan.

Tegenwoordig varieert het traditionele gebruik per cultuur. In Vietnam is de betelnoot een belangrijk symbool in het huwelijk. In Maleisië wordt het gezien als een manier om mensen in je huis te begroeten, waarbij de gast de noot en het blad aangeboden krijgt op dezelfde manier als een drankje in een Westers huishouden. Het gebruik van de betelnoot in India dateert terug naar de pre-Vedische periode van het Harappan Rijk. Het werd gezien als de gewoonte van royalty en koningen hadden zelfs speciale bedienden die de taak hadden de noot en het blad voor hen te dragen, voor een moment waarop de koning zin had in een kauw sessie.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden. De betelnoot heeft een rijke gebruiksgeschiedenis in heel Azië en heeft per cultuur een verschillende betekenis.