Ondanks dat het zo’n wonderbaarlijk organisme is, wordt de paddo, oftewel de magic mushroom, tegenwoordig met een gebrek aan respect behandeld dat bij het blasfemische in de buurt komt. Om maar met de naam te beginnen: Magic Mushroom. Dat klinkt als een onbeduidende personage uit een Harry Potter film. Shrooms, paddo’s, kaalkopjes – in geen van deze benamingen komt de grandeur en het ontzag voor de Incas hun Teonanáctl (Vlees van de Goden), het Ambrozijn van de oude Grieken (Voedsel voor de Goden) of de Soma van Sanskritische Veda’s goed tot uiting.
Misschien komt dat door de wijdverspreide minachting voor schimmels in het algemeen. Ze groeien waar bederf, verrotting of koeienmest is, en doordat we van jongs af aan voor de gevaren ervan worden gewaarschuwd, lijkt mycofobie inherent aan vele culturen te zijn. Of misschien komt het doordat de media paddo’s op een lacherige manier met de excessen van de hippies uit de jaren 60 in verband brengen…
Laten we dus dit populairste hallucinogene middel, entheogeen of hoe je het ook maar wilt noemen, onder de loep nemen door eerst maar eens te kijken naar de droge, wetenschappelijke en botanische feiten. Er zijn bijna 150 soorten uit het Koninkrijk der Schimmels geïdentificeerd als hebbende psychoactieve effecten. De meerderheid is van het geslacht Psilocybe, een woord dat is afgeleid van het Griekse ‘pilos’ (kaal) en ‘kub’ (hoofd).
Het is dankzij de verslagen van paddenstoelceremonieën (veladas) in de Oaxaca regio in Mexico in de jaren 50 dat farmaceutische laboratoria er geïnteresseerd in raakten. Zij ontdekten de belangrijkste psychoactieve stoffen in magic mushrooms, en soortgelijke stoffen werden gesynthetiseerd.
De primaire actieve ingrediënten van alle Psilocybe paddenstoelen zijn psilocybine en psilocine (en in mindere mate baeocystine, norbaeocystine, en ten minste 30 andere complexe, organische moleculen die in sporen worden aangetroffen). Psilocine is onstabiel en het wordt afgebroken wanneer de paddenstoel gedroogd wordt, terwijl psilocybine veel langer in stand blijft (er is een paddenstoel van 115 jaar oud gevonden die nog wat van de stof bevatte). Psilocybine en psilocine maken deel uit van de tryptamine familie en vertonen een grote overeenkomst met de neurotransmitter serotonine, en het primaire effect heeft te maken met remming, net zoals bij LSD het geval is.
Dr. Franz Vollenweider van het Psychiatrische Universitaire Ziekenhuis in Zürich, Zwitserland, kreeg in 1997 de eerste Heffter Award voor Uitstekend Klinisch Onderzoek voor zijn baanbrekende onderzoeken waarin hij met behulp van Positron Emission Tomography (PET) heeft onderzocht hoe de hersenen functioneren onder de invloed van psilocybine. Hij ontdekte de bepaalde hersenstructuren geactiveerd of juist onderdrukt worden tijdens de verschillende veranderde staten van bewustzijn.
De meeste kennis van magic mushrooms komt uit de Nieuwe Wereld. In Centraal- en Zuid-Amerika was het gebruik van psilocybe paddenstoelen (en andere hallucinogenen) gebruikelijk vanaf paleolitische tijden tot aan de komst van de Spanjaarden, die in naam van het Katholieke geloof en met het royaal gebruik van het zwaard het gebruik ervan verboden.
De ‘Paddenstoelstenen’ van Mexico – dansende figuren met een paddenstoelhoedje – zijn van 1000-500 voor Christus. Later hadden de Azteken een god voor de entheogenen, of een ‘planten die de innerlijke god vrijmaakten’ – Xochipillo, de Bloemenprins. Hij was de beschermheilige van ‘de bloemendroom’, zoals de Azteken hun rituele hallucinogene trance noemden.
Het Codex Vienna Mixtec manuscript (13e-15e eeuw) beschrijft het rituele gebruik van teonanácatl door de Mixtec goden. De god die bekend staat als 7 Bloem (zijn naam wordt in pictogramtaal weergeven met zeven cirkels en een bloem) was de Mixtec god voor hallucinogene planten, voornamelijk de goddelijke paddenstoel, en wordt afgebeeld met een paar paddenstoelen in zijn hand.
Enkele Victoriaanse ethnobotanisten/ontdekkers zoals Richard Evan Schultes schreven over het gebruik van psychedelische drankjes en snuifmiddelen door Amerikaanse Indianen, en mescaline werd populair in een kleine Westerse intellectuele elite in het begin van de 20ste eeuw.
Maar het was niet eerder dan 1957, toen Wall Street bankier Gordon Wasson en zijn Russische vrouw Valentina een beroemd verslag uitbrachten in Life Magazine over het bestaan van paddenstoelenculten in Mexico, dat het moderne onderzoek naar andere getuigenissen van het rituele gebruik van paddenstoelen een aanvang nam.
Het tastbare bewijs dat men in de Oude Wereld paddenstoelen at, komt uit grottekeningen van 10.000 voor Christus op het Tassili plateau in de Sahara van Algerije, die dansende antropomorfe paddenstoelen tonen. Op sommige Noord-Europese rotstekeningen komen verschillende afbeeldingen van paddenstoelen voor, en voorwerpen uit het Bronzen Tijdperk die versierd waren met paddenstoelachtige afbeeldingen.
Een van Europa's toonaangevende paddenstoelwetenschappers, Jochen Gartz, van de Universiteit van Leipzig, merkt in zijn "Magic Mushrooms Around the World" op dat het onwaarschijnlijk is dat de inheemse culturen van Amerika bekend waren met een groter aantal natuurlijke, bewustzijnsveranderende stoffen dan de culturen in Europa en Azië.
Er is botanisch bewijs dat in Europa een gelijk aantal hallucinogene planten als schimmels groeien, en het is onwaarschijnlijk dat de Europese culturen minder geleerd zouden hebben over lokale planten en paddenstoelen dan elders in de wereld. Deze kennis is enkele honderden jaren geleden waarschijnlijk verloren gegaan of vernietigd, aldus Gartz.
Hij betoogt dat sporen van dit verleden te vinden zijn in het rituele gebruik van paddenstoelen dat zich in mythen en legenden verspreid heeft. Het bekendst is het gebruik door Siberische sjamanen van (rode en witte) vliegenzwammen om de spirituele wereld te betreden en waarvan men denkt dat het de bron is van de Kerstmanmythe.
Gartz citeert ook Bwyd Ellyon, een magische schimmel die in sprookjes uit Wales als een delicatesse wordt beschouwd, en het nog steeds bestaande Zweedse gebruik om tijdens de viering van de zomerzonnewende giftige paddenstoelen in vreugdevuren te gooien om zo de kracht van de kwade geesten af te zwakken.
Er zijn enkele geschreven verslagen overgebleven uit de middeleeuwen, allemaal met gelijkluidende beschrijvingen van waanzin veroorzakende, psychoactieve paddenstoelen. Clusius (1525-1609), een fysicus en botanicus, ontdekte ‘bolond gomba’, een paddenstoel die in Duitsland als ‘Narrenschwamm’ of ‘Paddenstoel der Dwazen’ bekend staat en die in stedelijke gebieden gebruikt werd om een liefdesdrank te brouwen. De ‘Paddenstoel der Dwazen’ werd volgens documenten rond dezelfde tijd ook gebruikt in Slowakije, Polen en Engeland.
Wasson merkte ook op hoe het gebruik van paddenstoelen altijd verbloemd, gemaskeerd, gecodeerd of verborgen wordt in etymologieën. Alle overgeleverde kennis was oraal doorgeven kennis tot aan de christelijke schrijfsels, die hun transcripties van mythen en verhalen wellicht gecensureerd hebben. Wasson denkt dat aanwijzingen erdoorheen geglipt zijn.
Verwijzend naar literaire analyses van overgeleverde teksten beweert hij dat de Soma van de Veda’s in India magische paddenstoelen bevatten. In Persephone’s Quest zegt hij zelfs dat de Myceense beschaving met een paddenstoelentrip begon, want paddenstoelen waren een ingrediënt van het Ambrozijn van Dionysos. Porphyrius, een dichter uit de vierde eeuw, verwees naar magische paddenstoelen als ‘kinderen van de goden’, en hun consumptie zou een quasikannibalistische daad zijn die de kracht losmaakte om het goddelijke te ervaren.
Er was een ideologische krachtmeting tussen overblijfselen van het paganisme en het Christendom die resulteerde in een agressieve onderdrukking en uitroeiing van voorchristelijke gebruiken. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd John Allegro, een lid van het team dat onderzoek deed naar de Dode Zee, naar academische vergetelheid verbannen omdat hij suggereerde dat de oorsprong van het christendom in een paddenstoelencultus uit het Midden-Oosten lag.
Meer recentelijk heeft de gerespecteerde ethnobotanicus Terrence McKenna geponeerd dat paddenstoelensporen door de interstellaire ruimte naar de Aarde gereisd kunnen hebben, waar ze samen met de mensen geëvolueerd zijn en onze intelligentie bootstrapping hebben gemaakt, met name onze linguïstische en spirituele ontwikkeling.
Vandaag de dag zijn we misschien wel in het laatste stadium gekomen van een historisch, sociaal-politiek klimaat dat bevooroordeeld is tegenover hallucinogenen, een benaming waaronder allerlei bewustzijnsveranderende stoffen bij elkaar gesmeten zijn en illegitiem zijn verklaard, ongeacht of het voor wetenschappelijk, spiritueel of ‘zinloos’ recreatief gebruik is.
Als je het hebt over zinloos plezier… De meeste ervaringen met paddenstoelen zijn niet onder woorden te brengen, maar we zullen het proberen. Het duurt meestal 15-30 minuten na het consumeren van de paddo’s voordat de eerste effecten optreden: een warm, smeltend gevoel en plotselinge uitbarstingen van uitbundig gelach die hysterie kunnen naderen.
Een kinderlijk wonder kan op je neerdalen als je visuele perceptie fris en puur wordt, de bewegingen van je lichaam voelen elastischer aan, visualisatie achter je ogen is makkelijker, rechte lijnen lijken te rimpelen, en er kan een sterke identificatie met mensen, dieren en planten optreden. Er is een verhoogde sensitiviteit voor ritme, muziek en dans.
Gedachten lijken tegelijkertijd op meer dan één ‘niveau’ op te treden. De lineaire aard van het gewone denken wordt vervangen door een meer holistische, intuïtieve ‘holografische’ benadering om de realiteit te begrijpen, en veel gebruikers vergelijken deze staat met dromen en andere hersenfuncties.
Paddo’s zijn meer visueel en metafysisch dan LSD, dieper en duisterder zeggen sommigen, vriendelijker zeggen anderen, niet zo heftig in het blootleggen van mogelijk verborgen trauma’s. Om deze emotionele redenen wordt het aanbevolen om een veilige en beschermende omgeving te creëren en met een positieve stemming en zorgvuldige voorbereiding (set & setting) aan de trip te beginnen.
In de jaren 50 analyseerde Stanislav Grof 5.000 LSD-protocollen om te proberen de altijd optredende symptomen vast te stellen – maar hij faalde. Volgens hem zijn hallucinogene stoffen “non-specifieke triggers die een opeenvolging van veranderde staten van bewustzijn veroorzaken die niet het toxische psychose syndroom vormen. Het is eerder de persoonlijkheid van het individu en de setting die voor het belangrijkste deel vorm geven aan de aard van de ervaring.
Een hoge dosering van psilocybine kan aanvankelijk een pijnlijk delirium veroorzaken, met weerstand tegen het verwerken van de conflicten die dan optreden, maar die worden opgelost middels intense psycholitische catharsis. Zo een ervaring kan door buitenstaanders als een bad trip benoemd worden, maar vaak is het voor de gebruiker verlichtend en verhelderend. De ervaring wekt dezelfde reacties op als de LSD-therapie van Grof: door een hel gaan alvorens op een hoger niveau van bewustzijn de persoonlijkheid te re-integreren.
Vroeger kon je alleen maar aan magic mushrooms komen (zonder naar Mexico te gaan) door met een ervaren plukker naar een veld te gaan waar waarschijnlijk wel paddo’s groeien en je door hem te laten vertellen hoe ze eruit zien, zodat je ze zelf kunt verzamelen. In Europa waren ‘ze’ de piepkleine, krachtige Psilocybe semilanceata; in de UK ook bekend als Liberty Caps (vanwege de door de Franse revolutionairen gedragen mutsen met een soort nopje bovenop). Het was niet eerder dan 1963 dat Albert Hofman en R. Heim aantoonden dat, net als de Mexicaanse paddenstoelen, P. semilanceata ook psiloycine bevatte.
De Liberty Cap kwam al snel bekend te staan als de populairste psychotropische soort in Europa, misschien zelfs de hele wereld. Hij groeit in Finland en de rest van Scandinavië en op een afstand van meer dan 1500 kilometer daarvandaan tot aan Oost-Europa, de Britse eilanden, Italië en Spanje. Hij is erg makkelijk om te identificeren, er komt geen microscopisch onderzoek aan te pas, dankzij zijn onderscheidende belvormige hoed.
Deze soort floreert het weelderigst op natte graslanden omgeven door bos, bloeit van eind september tot in oktober, geeft de voorkeur aan zure gronden en grazige terreinen, en groeit in kleine groepjes. Je komt in de buurt vaak dierlijke mest tegen, maar ze groeien er nooit direct in en ze groeien ook niet in gebieden waar kunstmatige meststoffen worden gebruikt.
Hoewel psilocine en psilocybine in Groot-Brittannië beschouwd worden als Klasse A drugs op grond van de Misuse of Drugs Act uit 1971 (die overeenstemt met de VN Convention of Psychotropice Substance uit 19971), is het verzamelen en het bezit van verse paddenstoelen nog nooit een overtreding geweest. De hippie onderwereld was voor het moderne paddogebruik klein en discreet genoeg om zich mond tot mond te verspreiden.
Paddenstoelen kwamen voor het eerst onder de aanacht van het publiek in 1976, toen ene rechter Blomefield van het hooggerechtshof een man vrijsprak die gearresteerd was voor het bezit van verse liberty caps. Het gerecht had besloten dat gedroogde paddo's of “door de mens veranderde paddenstoelen” als klasse A drugs kunnen worden aangemerkt, maar de rechter maakte zich beroemd met zijn uitspraak: “Psilocybine is een chemische stof en paddenstoelen zijn paddenstoelen.”
In september van dat jaar publiceerde New Scientist het eerste Europese wetenschappelijke artikel over paddenstoelen, en in 1971 maakte de onderzoeker C. Hyde melding van gevallen van vrijwillige intoxicatie en zeiden dat het gebruik van paddo’s “welbekend was binnen de hippie subcultuur van Manchester”.
Andere hippie subculturen op het vasteland van Europa maakten omwille van hun eigen vrijwillige intoxicatie ook kennis met dit gratis, milieubewustzijn bevorderende geschenk van de natuur. Paddo’s werden altijd maar door een kleine minderheid gebruikt, en veranderde de omvang van die groep eigenlijk niet tussen de jaren 50 en 90.
En zo veranderde er niets tot aan het midden van de jaren 90, toen betrouwbare en economisch levensvatbare methoden van massaproductie van verschillende soorten Mexicaanse Psilocybe cubensis in Nederland ontwikkeld werden.
Misschien omdat het zo moeilijk is voor liberty caps om in de intensief gebruikte en bemeste Nederlandse weilanden te groeien, maar in ieder geval dankzij de bestaande expertise op het gebied van commerciële tuinbouw en paddenstoelenkweek, werd Nederland al snel het centrum van de nieuwe, frisse industrie van Mexicaanse paddenstoelen.
Het begon in Amsterdam waar ‘psychedelicatessens’ of headshops een uitgebreide verscheidenheid aan gekweekte paddo’s gingen verkopen; Mexicaanse, Hawaïaanse etc., en later de Steen der Wijzen, de knobbelige sclerotia die onder de P. tampanensis soort groeien. Ze kwamen er voor even mee weg door zich te registreren als groenteboeren en zo onder de wet voor verse groenten te vallen. Een florerende exportmarkt ontwikkelde zich als gevolg, voornamelijk in de UK.
Op het hoogtepunt van de paddoboom aan het begin van de 21ste eeuw had Nederland 120-150 winkels die paddo’s verkochten en ongeveer de helft daarvan bevond zich in Amsterdam. De UK had 300 marktkraampjes en winkels waar ze verkocht werden. Op een gegeven moment kwam de pers met enge verhalen. Onverantwoordelijke jongeren die zich in de nesten weten te werken, en bam, het feestje was voorbij.
Een voor een begonnen de landen van de EU de verkoop van gekweekte en geplukte wilde magic mushrooms te verbieden; Denemarken (2001), Nederland (2002), Duitsland, Estland, de UK (2005) en Ierland (2006). Japan, met zijn eigen unieke geschiedenis van door Shinto beïnvloede natuurlijke paddospiritualiteit, verbood het gebruik ervan in 2002. In sommige gebieden is het ok om verse magic truffels (sclerotia) te verkopen en om paddenstoel kweeksets en sporen te kopen en te gebruiken.
Psilocybine paddenstoelen hebben een lage toxiciteit – in de jaren 50 werden in tests muizen geïnjecteerd met doseringen tot wel 200 mg psilocybine per kilogram lichaamsgewicht zonder dat dit dodelijke gevolgen had. De dodelijke dosis bedraagt 280 mg/kg lichaamsgewicht, terwijl bij mensen al effecten optreden bij 0,02 mg/kg lichaamsgewicht. Om toxische problemen te ervaren, zou je dus eigenlijk je eigen lichaamsgewicht in paddo’s moeten opeten, aldus onderzoeker Jonathan Ott.
Voor wat betreft geestelijke problemen: de psychedelische pionier Stanislav Grof kwam in 3.000 sessies 2 psychotische episoden tegen, en deze mensen waren binnen een paar dagen weer normaal. Ja, er kunnen als gevolg van paddogebruik existentiële problemen optreden bij beginnende gebruikers, maar het is precies dit katalytische effect dat door toegewijde psychonauten zo gewaardeerd wordt.
Veel mensen geloven dat het probleem met magic mushrooms vanuit het perspectief van de overheid niet te maken heeft met de gezondheid van de bevolking, maar dat de aard van de mystieke ervaring niet past bij de religieuze en seculiere concepten van het traditionele, Westerse denken. Mystieke ervaringen hebben vaak ook denkbeelden als gevolg die de autoriteit van niet alleen de gevestigde kerk, maar ook van de seculiere overheid bedreigen.
“Niet bang voor de dood en zonder wereldse ambities”, zei de psychedelische pionier Alan Watts 40 jaar geleden. “Degenen die mystieke ervaringen hebben gehad, zijn onontvankelijk voor bedreigingen en beloften. Sterker nog, hun besef van de relativiteit van goed en kwaad wekt de argwaan dat ze zowel een gebrek hebben aan geweten als een respect voor de wet.”
Het gebeurt in de hele Westerse wereld, de explosie van de belangstelling voor yoga, vedanta, zen boeddhisme en de chemische mystiek van psychedelische drugs. Daarom gelooft Watt dat “de hele hippe subcultuur, hoe misleid die in sommige manifestaties ook mag zijn, een oprechte en verantwoorde poging is van jonge mensen om de zelfvernietigende koers van de industriële beschaving te corrigeren”. Maar degenen die aan het roer staan van de industriële beschaving willen natuurlijk niet dat hun koers veranderd wordt, en daarom is het makkelijker om het gebruik van paddenstoelen te verbieden.
Psilocybine, mescaline en zelfs LSD waren ooit respectabele middelen bij de intellectuele elite; antropologen en wetenschappers, kunstenaars en schrijvers zoals Aldous huxley en Timothy Leary schreven enthousiaste verslagen over de wonderbaarlijke kracht van deze ‘trips’; de media deden sympathiek verslag van de net ontdekte wondermiddelen.
Maar toen de bedompte jaren 50 overgingen in de dynamische jaren 60 begonnen psychedelica opeens een belangrijke rol te spelen in de opkomst van de milieubeweging en het verzet tegen de gevolgen van economische groei; modern feminisme en verzet tegen de oorlog in Zuidoost-Azië.
De gedistingeerde geleerden zagen hoe hun nieuwe hulpmiddelen voor zelfrealisatie en geestelijke verruiming ondoordacht gebruikt werden bij rockconcerten en door iedereen die er zin in had; Hell’s Angels en Peaceniks, studenten en hipster zakenmannen. De overheid verbood het gebruik van psychedelica in iedere context, straat of universiteit.
“Het zou tragisch zijn als men zou toestaan dat het onderzoek naar deze fascinerende stoffen, die een verband leggen tussen het proces van dromen, bewustzijn en spirituele verlichting, en de waarneming van wie we zijn en van de omgeving waarin we leven – de basisvragen van “wat is de mens?”-, zou uitsterven”, aldus David Nichols van de Purdue Universiteit voor Medicinale Chemie. “Deze feiten zouden onderzoek moeten stimuleren.” Hij spoorde de wetenschappers uit de psychologie, chemie, en gerelateerde velden aan om samen te werken.
Twintig jaar later zijn er, om wat voor reden dan ook, ineens tekenen van een positieve verandering. Er is weer activiteit in het academische onderzoeksveld, vergunningen voor onderzoek naar XTC, psilocybine, ayahuasca en het Afrikaanse psychedelicum Iboganie worden stilaan verstrekt, en wel in die mate dat er sprake was van een “entheogene opleving”.
Het bewustzijn van paddo’s werd steeds groter in de jaren 90. Terrence McKenna is waarschijnlijk de persoon die het meest gedaan heeft om dit bewustzijn groter te maken met zijn “Voedsel voor de Goden” ideeën – hij legde het verband tussen de oude stammen bij wie paddenstoelen een centrale plek innamen in hun nomadische bestaan – en het huidige neo-tribalisme van ravers, eco-activisten en stedelijke sjamanen.
De splitsing tussen ‘degelijk’ wetenschappelijk onderzoek en het gebruik voor het publiek dat versterkt werd door de Federal Drug Administration van de VS in het begin van de jaren 70, hebben we deels te danken aan de geleidelijke erkenning van de enorme theoretische en praktische waarde van ‘underground’ onderzoek.
Naarmate steeds geavanceerdere sondes, scanners en markers worden ontwikkeld, komt men er in de conventionele neurowetenschappen langzamerhand achter hoeveel drugs of soortgelijke stoffen precies in de hersenen voorkomen. Feit is dat veel drugs-hulpmiddelen een belangrijk stukje van de geest-brein puzzel aandragen, waar wetenschappers en filosofen al eeuwen mee bezig zijn. Veel serieuze wetenschappers zijn zich hier bewust van en hebben deze stoffen misschien zelf ook gebruikt.
Laten we al laatste Paul Stamets, waarschijnlijk een van de grootste mycologen van onze tijd, het woord geven. “Enorme massa’s fijne filamenten van levende schimmelcellen, een nauwelijks ontdekt compleet koninkrijk van leven, bedekt het grootste deel van de landmassa van de planeet, en ze drijven ook in de oceanen”, zegt hij.
“Meer dan 1,6 kilometer van deze filamenten (mycelia genoemd) kan zo weinig als 16 milliliter grond doordringen. Schimmelmatten zijn geïdentificeerd als zijnde de grootste biologische entiteiten op Aarde; sommige matten bedekken een oppervlak dat groter is dan 80.000 km². In volle groei kunnen deze matten per dag 5 cm de hoogte in groeien. Elke 100 gram bosgrond bevat duizenden soorten schimmels. Van de geschatte 6.000.000 soorten zijn er waarschijnlijk amper 50.000 gecatalogiseerd.”
Vanwege hun nauwe onderlinge connecties beschouwt Stamet mycelia als “het natuurlijke internet van de Aarde, de essentiële bedrading van het bewustzijn van Gaia”. Dat is pas iets om over na te denken de volgende keer dat je paddo’s eet!
wellicht ook interessant