Blog
Soma: Het Oude Entheogeen
8 min

Soma: Het Oude Entheogeen

8 min

Soma is een eeuwenoud mysterie. Werd het afgeleid van cannabis? Ephedra? Misschien was het wel een paddo. Hier verkennen we de geschiedenis en het psychedelische mysterie van de Soma plant.

Een van de grote mysteries die wetenschappers al eeuwenlang verward, is de identiteit van een stof genaamd Soma. Deze werd aan de goden aangeboden en geconsumeerd door Vedische priesters in religieuze ceremonies van de vroege Indo-Ariërs. De enige verslagen ervan, die meer dan drie duizend jaar oud zijn, noemen het het sap van een plant dat zeer bedwelmend is en goddelijke gemoedstoestanden produceert. Dus wat is Soma? Terwijl velen er nog steeds over peinzen, dachten wij dat we zelf eens een diepgaande blik zullen werpen!

OORSPRONG

Soma werd naar India gebracht tijdens migraties tussen 2000 en 1500 voor Christus, samen met een tak van het Indo-Europees systeem van talen bekend als het Sanskriet. Volgens hun eigen gegevens waren het drinkende, vechtende, vleesetende, veehoudende, paardenfokkende mensen, die alles plunderden wat op hun pad kwam. En volgens recente gissingen gebaseerd op koolstofdatering door archeologen, vernietigden ze rond 1500 voor Christus waarschijnlijk Mohenjo-Daro, de grote stad van de Indus rivier.

Net als de meeste veroveraars, werden ze uiteindelijk geabsorbeerd door de veroverden, die beschaafder dan zij waren. Hun taal bleef echter dominant en verspreidde zich uiteindelijk, evenals hun religie, waaraan ze uitermate gewijd waren. Deze religie betrok een aantal natuurgoden: Indra, oppergod en bliksemschicht-werper; Agni, de god van het vuur; Varuna, bewaarder van universele orde; de Zonnegod; en vele mindere goden - een pantheon, zoals de oude Grieken. De hymnen aan deze goden werden een belangrijk deel van de oude literatuur bekend als de Veda's, en in de Rig Veda, de oudste van de Veda's, werden er vele hymnen gewijd aan Soma, die blijkbaar de status van een god had verworven.

Er is in feite een heel boek van de Rig Veda - met honderdveertien hymnen - geheel gewijd aan de god Soma. Volgens deze Vedische bronnen, was de Soma een plant die een stengel had, maar er was geen sprake van bladeren. De plant groeide alleen in de bergen, had een roodachtige kleur en werd in verband gebracht met de zon en de maan. Voor de Vedische offers werden de stengels met stenen gestampt om het sap te verkrijgen, dat vervolgens door middel van filters werd gezeefd en gemengd met kwark, melk en gerstwater of honing. Een deel hiervan werd op het offervuur gegoten, en de priesters dronken ervan. Onder invloed van het drankje, spraken de vedische dichters zich uit met uitgebreide termen, en het werd in de hele Rig Veda vernoemd, soms met een ijver die als hallucinerend kon worden beschouwd. Getuige Hymn 48, van Boek VIII van de Rig Veda:

We hebben de Soma gedronken, we zijn onsterfelijk geworden, we zijn aangekomen bij het licht, we hebben de goden gevonden.
Wat kan de vijand nu doen om ons te schaden, en welke kwaadaardigheid kan stervelingen vermaken, O Soma
Treed binnen in ons hart. Terwijl we dronken zijn, O als een soort vader, O Soma, tot een zoon.
Net als een wijze vriend tot een vriend, O Uitgestrekte. O Soma, vergroot ons leven met het doel van het leven.
Met de verlevendigde geest van uw sap, kunnen wij, als het ware, de voorouderlijke rijkdom delen.
O Soma, verleng ons leven, zoals de zon de dagen in het voorjaar verlengt.

DE VERDWIJNING

En toen het laatste deel van de Rig Veda werd samengesteld, verdween de Soma plant uit de literatuur, en het verscheen niet meer gedurende de gehele periode van de Vedische commentaren bekend als de Brahmanen (rond 800 v.Chr.). Het werd nog steeds vereerd, maar men begon vervangers ervoor te gebruiken, en er zijn verslagen van deze vervangers. Blijkbaar waren de meest voorkomende de planten: Periploca, Ephedra en Sarcostemma (met de laatste verwant aan kroontjeskruid) - planten die op een vage manier corresponderen met de beschrijving van de Soma doordat zij vrijwel geen bladeren hebben en over sap en "knobbeltjes" beschikken. (De Soma plant werd vaak omschreven in de post-Vedische geschriften als vallī of klimplant).

Andere vervangers waren grassen, bloemen, het sap van bomen, de vrucht van de heilige Banyan en gecultiveerde gierst. Geen van deze waren benevelend, en hun gebruik was waarschijnlijk puur ceremonieel. Kort na 1000 vóór Christus, werd de Soma niet langer gebruikt in de ceremonies, maar het was niet vergeten. In het hedendaagse India, zijn de meest voorkomende vervangers de kroontjeskruid-achtige planten en een geurig gras ongetwijfeld bekend voor onze lezers, vernoemd naar de Hindu Kush.

HET MYSTERIE

Toen de Veda's in de negentiende eeuw werden ontdekt door Europese geleerden, was er veel verwarring over de Soma plant. Door sommigen werd het louter gezien als een smaakstof, zoals hop, die werd toegevoegd aan een gefermenteerde drank, zoals bier. Anderen dachten dat het misschien Mede was - gefermenteerde honing. De wilde Afghaanse druif en Ruit werden ook gesuggereerd. De bekende Britse archeoloog Sir Aurel Stein vorderde de theorie dat de Soma plant misschien wilde rabarber was, een plant die in de beschrijvingen paste omdat het vlezige stengels had, roodachtig was en alleen in de bergen groeide. Maar rabarber sap was niet benevelend, en zijn eigenschappen waren niet van dien aard dat bij de vedische dichters hun opgetogen lof en extase zou hebben gewekt. Nog een andere hypothese kreeg ook de voorkeur, dat het een drankje was zoals het huidige Indiase bhang, een brouwsel van marihuana, dat nog steeds gebruikt wordt bij offers aan de godin Durga.

DE HYPOTHESIS

Het mysterie bleef onopgelost. Maar in het midden van de jaren vijftig, kwam het onder de aandacht van R. Gordon Wasson, een amateur mycoloog, en een doorzetter, die lang geïnteresseerd was in hallucinogene paddestoelen. Wasson was een journalist en vervolgens een vice-president van J.P. Morgan. Al tijdens zijn carrière in het bankwezen, had hij paddo’s bestudeerd, en werd door zijn Russische vrouw, Valentina geïntroduceerd, welke bekend was met en enthousiast over de eetbare variëteiten.

Wasson streefde gretig zijn hobby, of zijn tweede carrière, na. Hij ging tien jaar op een rij naar Mexico, tijdens het regenseizoen, om paddogebruik in de afgelegen bergen te bestuderen. Hij vond, en probeerde, de heilige paddo van die regio. Het was zeker weten hallucinogeen. Het produceerde een staat van wakkere rust waarin visioenen verschenen, en vervolgens een diepe slaap. Hij had antropologische verslagen gelezen over het noorden van Siberië, waar de inheemse sjamanen bijna universeel het sap van de Amanita muscaria dronken om trances te induceren. Maar de Mexicaanse paddo’s behoorden niet tot de Amanita muscaria, of de vliegenzwam familie. Wasson leerde Aldous Huxley kennen, die met de Mexicaanse paddo’s had geëxperimenteerd, en zij hadden er vele gesprekken over. Huxley dacht blijkbaar dat de Soma een hallucinerende paddenstoel zou zijn geweest.

In "The Island", een roman die hij schreef vlak voor zijn dood, beschreef hij een aards paradijs, wat eerder lijkt op India, waar iedereen blij was, en iedereen het sap dronk van een gele paddestoel. Maar het idee dat de Soma misschien een paddestoel zou zijn geweest was nog niet in Wasson opgekomen. Toen dat een paar jaar later gebeurde, viel een groot deel van wat hij had geleerd op zijn plaats. Via vrienden die Sanskriet kenden, een aantal van hen waren Vedische specialisten, ondernam hij een uitvoerige studie van de Veda's, met name de Rig Veda, met zijn vele verwijzingen naar de Soma. Hij huurde Dr. Wendy Doniger O'Flaherty in, van de Universiteit van Londen, om een samenvatting te maken van de Vedische referenties, en hij raadpleegde Louis Renou, de grote Franse Vedische expert. Toen Wasson zijn onderzoek had afgerond, had hij een massa aan informatie die suggereerde dat de Soma niet alleen een paddestoel was, maar de Amanita muscaria, die vandaag de dag nog steeds door mensen wordt gebruikt, in het noorden van Siberië.

HET BEWIJS

Het bewijs voor de hypothese was complex, en het trok Wasson naar vele gebieden, waaronder de taalwetenschap. Het bewijs werd samengesteld uit de volgende feiten: In de Vedische beschrijvingen van de Soma - welke schraal waren, hoewel de poëtische gedachten erover opvallend groot waren - was er geen melding over de bladeren, zaden, vruchten, bloemen en wortels die behoren tot een chlorofyl-dragende plant. Er is ook geen sprake dat het groen, zwart, grijs, donker, of blauw is - de kleuren van de vegetatie.

De meest voorkomende Vedische kleuren-benaming voor de Soma is hari. Hari is verwant met hiranya (goud) of rood, met inbegrip van het Duitse “gelb” en het Engelse "gall" en “yellow.” Hari werd in de Sanskriet literatuur gebruikt om de kleur rood of lichtgeel te beschrijven, en accentueerde altijd zijn schitterende en glansrijke karakter. Wanneer de Veda's verwezen naar de Soma als een stier, is het soms een rode stier. (“Stier” is in het Sanskriet het equivalent van alles wat edel is en alles dat een positie van leiderschap heeft).

Andere passages beschrijven de Soma als Aruna (iets van licht bruin tot het rood van de dageraad), arusa (kleur van de zon), en babhru (roodbruin of bruinrood). Het sap van de Amanita muscaria is roodachtig bruin, en de paddenstoel zelf is helder rood, nadat het zijn embryonale omslag heeft afgeworpen. Een passage in de Veda’s (Rig Veda IX, 71) lijkt een deel van de levensgeschiedenis van de Amanita muscaria te beschrijven: "Agressief als een moordenaar van volkeren, bulderend met macht. Hij werpt de kleur af die hij is.

Hij verlaat zijn omslag, gaat naar de rendez-vous met de vader. Met wat komt boven drijven, dat maakt zijn kleed van de grootse gebeurtenis." De verwijzing, is volgens Wasson, naar de buitengewone kracht waarmee de paddestoel zijn weg naar de oppervlakte van de grond dwingt en vervolgens de witachtige omslag afwerpt, die eigen is aan de onrijpe Amanita muscaria. Hij denkt dat het "kleed van de grootse gebeurtenis," verwijst naar de witte schubben die blijven bij de volwassen plant. Er zijn andere verwijzingen naar het afwerp-proces: "Net als een slang, kruipt hij uit zijn oude huid."

De Soma plant wordt zo nu en dan verwezen als het hebben van een oog: "De zon [Soma] kijkt met het oog in de richting van de dierbare plekken en de hoogste plaats van de Hemel", “De Soma, die als oog de zon heeft ... heeft weer gemorst ... hij stroomt over de hele wereld." Wasson wijst erop dat het onwaarschijnlijk is, dat een klimplant, wijnstok, of plant van de kroontjeskruid variatie op deze manier beschreven zou worden. Maar de Amanita muscaria heeft een vlezige pilaar stengel en, zoals ik al zei, is helder rood. Een jonge Amanita muscaria ziet er uit als een oog, vooral 's nachts, wanneer het gloeit als gevolg van een vreemde straling. De vlezigheid van de stengel van de Soma wordt voortdurend in de Rig Veda genoemd. De meeste vervangers van Amanita muscaria hebben zo'n stengel niet; de stengels van klimplanten zijn over het algemeen houtig, zoals de stengels van marihuana. Voor Wasson, zag de Amanita muscaria theorie er redelijk goed uit.

TEELT

De Amanita muscaria werd nooit succesvol gekweekt, zelfs niet in het laboratorium. Het groeit alleen aan de voet van dennen, sparren, en bijzondere berkenbomen.

De meeste autoriteiten stemmen ermee in dat de Ariërs uit Noordoost-Europa kwamen. Ze settelden zich gedurende een aanzienlijke periode op een plateau in de buurt van de Kaspische Zee, en vielen vervolgens de Indus Vallei en India binnen. Er is taalkundig bewijs dat ze een tijd dichtbij Fins-Oegrische-sprekende mensen woonden, die bepaalde woorden van hen leenden. Het thuisland van de Fins-Oegrische talen is Noord-Siberië, maar er is historisch bewijs dat de sprekers van het Fins-Oegrisch in contact kwamen met de Indo-Europees sprekende mensen in de buurt van de Kaspische Zee rond 2500 v.Chr. De Amanita muscaria groeit op zeeniveau, helemaal van Kamchatka tot Noorwegen. Maar in India, groeit het alleen in de hoogste bergen, op meer dan tweeduizend meter hoogte. Het is nog steeds te vinden op de bergtoppen in de Hindu Kush, en het groeit in de Himalaya. Op al deze plaatsen zijn er berken, dennen en sparren in overvloed. Maar deze zijn niet te vinden in de valleien ten zuiden van de Oxus of in de Ganges vlakte, en noch is de Amanita muscaria.

Wasson's theorie is dat voor Ariërs de voorraad van de Amanita muscaria is opgeraakt toen ze Noordwest-India binnenvielen; dit zou de afwezigheid van de Soma verklaren en het gerapporteerde gebruik van vervangers in de late Vedische hymnen en de brahmanen. De mystiek rond de Soma hield echter geruime tijd aan. Er is in de Veda's geen vermelding van een valli of klimplant; die term verschijnt pas in latere literatuur - Wasson denkt, geruime tijd nadat de Amanita muscaria niet meer werd gebruikt.
    

VOORBEREIDING

Als de Soma werd gebruikt voor rituelen, moest het gedurende enige tijd worden bewaard. Het werd gedroogd nadat het werd geoogst; later werden de gedroogde stengels in water geweekt en vervolgens tussen stenen geperst, of tussen een steen en een plank. De Veda's noemen drie filters waardoor het sap ging voordat het werd gedronken. Een van hen was schapenwol. De eerste filter was de zon zelf, en Wasson citeert passages uit de Rig Vega, waaronder deze: "De heldere stralen van de zon verspreid over de rug van de Hemel, de filter, O Soma ... Monarch van alles dat het zonlicht ziet, Soma reinigt zichzelf. Triomferend over de profeten, deed hij het woord van de weg weerklinken, hij die wordt gereinigd door de stralen van de zon, hij de vader van de gedichten, Meester-Dichter ongeëvenaard." De derde filter was de priester. En ja, deze paddestoel verteren, en vervolgens de resulterende urine consumeren was een onmiddellijke en minder misselijkmakende beleving van psychedelia. Weerzinwekkend? Misschien. Ja eigenlijk wel. Maar voor de Ariërs was het de meest potente en snelste toedieningsweg, aangezien de zuuromzetting tijdens de spijsvertering meer actieve verbindingen maakte voor verdere consumptie.

DE CHRISTELIJKE CONNECTION

De mythologie heeft ook iets te zeggen over de Amanita muscaria. Wasson heeft een reproductie van een fresco, daterend uit 1291, in een kapel van de Abbaye de Plaincourault, in Frankrijk, die een Amanita muscaria als boom vertoont waarvan de slang de vrucht aan Eva gaf. In 1924, ontdekten de Russen een oud Mongools tapijt (een foto waarvan Wasson reproduceert) waarin vogels vanuit hoge kliffen paddestoelen bewonderen. En een fresco in de Ajanta Grotten, in India, toont wat lijkt op een Amanita muscaria. Beëlzebub werd beschreven als God van de Vliegen, en het is een feit dat de Amanita muscaria vliegen aantrekt en er werd ooit gedacht dat het ze doodde, maar het verdooft hen echter tijdelijk. Het werd tot voor kort gebruikt als vliegenvanger in Europese huishoudens. Er is ruimte voor veel meer onderzoek en speculatie. Toch blijft dit de enige overtuigende hypothese over de mysterieuze Soma.

Miguel Antonio Ordoñez
Miguel Antonio Ordoñez
Miguel Ordoñez bezit een AB Mass Media and Communications-diploma. Deze ervaren schrijver draait al 13 jaar mee en voorziet de lezer sinds 2017 van cannabisgerelateerde content. Hij heeft zijn diepgaande kennis over het onderwerp opgebouwd door persoonlijke ervaringen en nauwgezet onderzoek.
Onderzoek Shroomshop
Zoeken in categorieën
of
Zoeken